Vaak horen we over zachte wijnen. We denken dat ze zoet zijn, maar de verrassing is dat ze vaak volledig droog zijn. Er is vaak verwarring tussen zachtheid en zoetheid. Dit zijn twee volledig verschillende sensaties die verschillende zintuigen aanspreken. Zoetheid is een primaire sensatie die wordt waargenomen op het puntje van de tong. Zachtheid is een tactiele sensatie die wordt waargenomen tussen de tong en het gehemelte. Zoetheid vereist dus altijd een min of meer hoog suikergehalte. Wanneer we het over suikers hebben, bedoelen we in het bijzonder fructose of glucose. Denk bijvoorbeeld aan enkele zoete wijnen zoals Siciliaanse passiti. Zachtheid daarentegen heeft altijd te maken met de concentratie glycerol in de wijn. Glycerol is een kleurloze, smaakloze en geurloze stof die een belangrijke viscositeit heeft en de soepele, ronde doorstroming van de wijn in de mond versterkt. Glycerol wordt vaak gevormd uit gedroogde druiven en kan dus ook in zoete wijnen voorkomen.
Zoet en zacht. Maar glycerol komt ook voort uit langdurige rijpingsprocessen in vaten of barriques en kan dus ook worden aangetroffen in grote rode wijnen zoals Barolo, Brunello, Bordeaux of Bourgogne, die echter beslist droge wijnen zijn, dus zonder restsuiker. Amarone is een wijn die altijd grote hoeveelheden bevat, omdat hij afkomstig is van gedroogde druiven, en het wordt gewaardeerd om zijn omhullende, warme zachtheid, geholpen door de alcohol, die hem soepeler maakt in de mond.
Ook witte wijnen kunnen zacht zijn. Een voorbeeld zijn de Elzaswijnen, die altijd een bijzondere volheid behouden door een belangrijke hoeveelheid glycerol.
Dus, om indruk te maken, wanneer je een droge witte wijn drinkt die bijzonder en rond aanvoelt, zeg dan dat hij zacht is. Zoetheid laten we alleen aan zoete wijnen over!
Fabio De Vecchi
We raden u aan veel plezier te hebben
✔ U hebt het product aan uw winkelwagentje toegevoegd!