De truc om een wijn te proeven is een kwestie van nasmaak.

Laten we een oefening doen! Neem een citroen, een sinaasappel en een mandarijn. Pers ze uit en verdeel de sappen in drie verschillende glazen. Knijp nu je neus dicht en proef ze een voor een... en probeer ze te onderscheiden en elk sap aan de juiste vrucht toe te wijzen. Het zal buitengewoon moeilijk zijn... waarschijnlijk lukt het je niet. Waarom? Simpel: je proeft alleen met de zintuigen van je mond, dus je zult alleen de zuurgraad aan de zijkanten van je gehemelte waarnemen en misschien voor sinaasappel en mandarijn ook de zoete smaak op het puntje van je tong. Maar je hebt niet het vermogen om de aroma's te onderscheiden die je helpen de verschillende citrusvruchten te herkennen. Je hebt de zogenaamde "nasmaak" nodig, oftewel de neusholte. Als je je neus loslaat, zullen de vluchtige en lichte aroma's tijdens het slikken door de neusholte opstijgen en de slijmvliezen bereiken, die de verschillende geuren onderscheiden en herinneringen oproepen die we vanaf onze kindertijd hebben opgebouwd.

Dus als we verkouden zijn, is het niet de moeite waard om te proeven. En dit geldt niet alleen voor wijn, maar voor alle producten die we consumeren. De nasmaak is belangrijk bij wijn, omdat het de meest gevoelige aromatische kenmerken definieert, zoals de geur van rood fruit bij rode wijnen, de sensatie van perzik of abrikoos bij witte wijnen, en de honing- en amandelgeur bij sommige passito's uit Pantelleria.

Dus vermijd verkoudheid voordat je gaat proeven... hoewel we uiteindelijk vaak drinken om ons op te warmen!

Fabio De Vecchi